Ze hebben er ook vier unieke showers met zicht op het meer. We mochten de eerste avond al getuige zijn van de populariteit van deze romantische lakeview showers. Een koppel kon het blijkbaar niet langer voor zich houden en wilden twee uur lang luidruchtig hun genot met de wereld delen. Onze nieuwsgierigheid naar de identiteit van deze deugenieten werd ons te veel en geduldig wachtten we in de hangmatten totdat ze tevoorschijn kwamen…
Het bleek onze raftinginstructeur te zijn! Blijkbaar niet enkel behendig met een peddel in zijn handen…. ;)
Aangekomen in het donker hebben we de oversteek op de schijnbaar gammele brug niet durven wagen, maar bij daglicht zag het er allemaal best stevig uit. In Trekkers hostel worden allerlei trektochten (2 tem 9 daagse) georganiseerd naar de verschillende toppen (Mt. Marguerite,Mt. Stanley,Mt Albert, ….) tot over de 5000m. Volgens onze mening hele mooie trektochten met gevarieerd landschap, want je begint in het regenwoud en eindigt in de diepsneeuw, op de top van de bergen. Als we iets meer tijd, financiën en nu eens geen muco hadden (benodigt elektriciteit voor medicatie) … dan misschien. Voorlopig er nog even van dromen dus. De grote wandelingen hebben we aan ons laten voorbij gaan, maar een 4-uur durende hike naar één van de watervallen net op de grens van het NP was fantastisch.(Vraag naar gids bij Trekkers hostel). Wel een heel stuk zwaarder en steiler dan verwacht. De paden leiden daar loodrecht de berg op in plaats van zigzag en je kan alleen maar ontzag hebben voor menig vrouwen die de berg op –en af lopen met gigantische houtbundels op hun hoofd. Ze schieten de berg op en af op hun blote voeten, en dan geraken wij amper omhoog met onze stevige wandelschoenen. Confronterend. Het pad is maar een voetstap breed en elkaar kruisen is telkens een opgave, maar een erg speciale ervaring om onder grote belangstelling tussen de verschillende plattelandshuisjes door te lopen . Hoewel er af en toe serieus gevloekt werd tijdens de klim, was het zicht van de waterval echt de moeite waard! Het is zoals je het paradijs voorgesteld krijgt in een reismagazine. Een foto zegt meer dan woorden:
Met een indrukwekkend rondje Lake Bunyoni dachten we vaarwel te zeggen tegen Uganda en de perfect aangelegde weg naar Cyanike border te volgen. Er was wat onduidelijkheid voor ons of we al dan niet een visa nodig hadden (Duitse en GB nationaliteiten hebben geen nodig, zo bleek), je het nu effectief voordien online moest aanvragen of gewoon aan de grens kon verkrijgen. Reizigers vertellen je allerlei verschillende verhalen en online is er ook niet altijd veel duidelijkheid te scheppen. Op het laatste moment hebben we online toch nog een aanvraag ingediend (bij https://immigraton.gov.rw ), maar toen we uiteindelijk bij Cyanike kwamen werd duidelijk dat we écht zouden moeten wachten op de goedkeuring van die aanvraag. Meestal wordt dat verkregen binnen de 3 dagen. Omdat we diezelfde dag niet meer Rwanda binnen konden en dus Vulcano NP links zouden moeten laten liggen, zijn we naar de andere grenspost gegaan : Gatuna border. Ondertussen waren er wel al effectief drie dagen verstreken en nog steeds hadden we geen nieuws van onze aanvraag. Bij Gatuna border hadden we een sprankeltje hoop toen we bij de verantwoordelijke ons verhaal mochten komen doen, maar die verwees ons enkel naar de FB pagina van Rwanda migration. Toen werd pas echt duidelijk dat je met een Belgische Nationaliteit 21 dagen moet wachten voor goedkeuring! Zoveel tijd hebben we echt niet en met héél veel spijt in het hart moeten we Rwanda aan ons voorbij laten gaan. De 300km lange detour naar de Mutukula, grens Uganda – Tanzania is soms zeer zenuwslopend omdat er echt hele slechte stukken weg tussen zitten met gigantische potholes. Nog even hadden we problemen bij Mutukula omdat onze carnet bij Cyanikaborder (Uganda-Rwanda) uitgestempeld was, maar niet opnieuw ingestempeld. Onze eigen schuld, maar uiteindelijk waren ze wel voor rede vatbaar. Na de instempeling en het betalen van de roadtax for foreign vehicles( 25$) cruisen we langs West-tanzania richting Zambia.
West-Tanzania
Onze drie-daagse zit-strek-geeuw-eet-slaap autorit langs echte afrikaanse en vergeten dorpjes kan beginnen. 1150km waarvan ong. 850km offroad. De ene keer vinden we een kabbelend beekje om bij te kamperen, de andere keer vragen we bij één van de hutjes of we de nachten mogen doorbrengen op hun grond. Met handen en voeten leggen we onze bedoelingen uit, want er wordt geen woord engels gesproken. Uiteindelijk rijden we op hun grond en zijn we al meteen omringt door 30 kinderen en een deel volwassenen. Eén man die een woordje Engels spreekt legt ons uit dat sommige kinderen nog nooit een blanke gezien hebben. De schrik was soms echt van hun gezicht af te lezen, maar na een half uurtje was het ijs gebroken en waren er alleen maar lachende gezichtjes.
Door de twee extra kapotte versnellingsbakken die we meezeulen om af te leveren in Livingstone, mogen we alweer een ‘garagist’ opzoeken. Een extra 50 kg op het dakrek én de combinatie van de Afrikaanse wasbordpistes - zeker in Katavi NP- zorgen ervoor dat de lasnaden van ons dakrek volledig door waren. Gestut met plastieken flessen – op z’n Afrikaans- en een bang hart halen we net Sumbawanga, ongeveer 100 km voor de Zamibiaanse grens Mosi. We hebben wel een paar keer zware piste gehad, maar de laatste 20 km voor Sumbawanga spanden toch de kroon. Op een bepaald stuk heb je zo’n 4-5km echte modderpoel waarbij we onze sper een aantal keer goed konden gebruiken. Dit alles mochten we dan nog eens in het donker afleggen en halverwege de rit smolt er een zekering en vatte vlam, waardoor onze lichten het opeens begaven. Fijn..
Simon verwijdert het ding als een echte brandweerman, terwijl ik half hysterisch grijp naar het brandblusapparaat. Gelukkig hebben we nog extra zekeringen bij en zolang we onze phares niet aanstaken was er geen probleem. Het brandblusapparaat bleef wel op de schoot liggen, je weet immers nooit…
Moe en voldaan bereiken we Sumbawanga (verblijven in Moravian confer. Center = dik in orde!). De dag nadien is een functionele dag die we invullen met het lassen van ons dakrek, beugel van de uitlaat, proviand inslaan, alles volledig vol te tanken aan goedkopere Tanzaniaanse prijzen en ons voor te bereiden om de grens met Zambia over te steken bij Mosi.
We zeggen de zon even vaarwel en rijden het regenweer van Zambia tegemoet! Men moet er nu eenmaal door!