Eenmaal boven merken we weer op hoe 'anders' Lesotho is. De ruiters met hun bivakmutsen en typische 'basothodekens' ( Sesotho, Basotho, Masotho, ??? ik geraak er niet aan uit) komen ons al tegemoet. We willen nog een laatste keer goed offroad gaan rijden voor de ouders van Lore aankomen in Port Elizabeht, dus nemen we de zwaarste route in Lesotho. We rijden van Sani Pass naar Mokhotlong, vervolgens offroad naar Qacha Nek en Ha Sekake om de exit te nemen via Tele Bridge terug naar Zuid-Afrika.
En zoals al vaker slaat het noodlot weer toe. Net wanneer we in een bocht naar boven rijden begint de auto te 'zwaggelen'. Simon roept al uit : jah! een platte band... Was het dat maar... Toen we uitstapten zagen we al vlug dat het niet gewoon een platte band was , maar de lager van ons rechterachterwiel kapot was en een verschrikkelijk schrapend geluid maakte. Diezelfde lager hadden we in Windhoek nog maar net vervangen. Nu stonden we hier weeral. Het was zo erg dat verder rijden geen optie was en ronduit onverantwoord. Het achterwiel zwaggelde van links naar rechts alsof het met verloren vrienden een hele nacht had zitten pientelieren.
Even op onze bol krabben, wat vloeken op de wereld en dan over naar actie. Eerst zetten we de auto op een veilige plaats bij het Dorpje Ha Mosi waar we er aan kunnen sleutelen. Uiteraard zijn we binnen de korste keren omsingeld door tientallen kinderen en nieuwsgierige volwassenene. Ieder houdt er een mening op na hoe we het moeten aanpakken, maar we kennen die Afrikaanse mechaniek ondertussen al en besluiten het op onze eigen manier te doen. Het wiel eraf, een grote sleutel vragen om die ene bout te lossen waarop de lager gesprest zit, de remtrommel en gans de santeboetiek demonteren , in de rugzak en dan mag Simon 250km vanuit Lesotho naar de dichtsbijzijnde Zuid-afrikaanse Kokstad te reizen en daar een nieuwe lager te bestellen, in te pressen en dan terug te reizen naar onze pechplaats. Ik blijf liever bij de auto uit eigen gemoedsrust. We zouden het niet als alles van onze auto nog eens gestolen zou zijn wanneer we terugkomen. Ik ben in goed gezelschap en wordt al meteen opgevangen door de lokale vrouwen alsook door de vele kinderen die maar al te graag frisbee met me spelen. Een andere blanke vrouw staat op de hoek van de straat en slaat me gaande. Ze blijkt een Amerikaanse vrijwilligster te zijn die al bijna twee jaar bij het vredeskorps werk in Lesotho. Ze nam me mee op sleeptouw naar de verschillende dorpjes en zo was mijn dag ook weer gevuld voor Simon triomfantelijk aankomt met de nieuwe lager. de lager er even erondersteken, wat 'geschenkjes' achterlaten aan onze nieuwe buurvrouwen and off we go again!
'S anderdaags gaan we met z'n vier naar Addo Elephant NP. Een dicht begroeid park waar we heel erg ons best moeten doen om wat beesten te treffen. Toch zit de zon goed op onze snoet, is het humeur opperbest en spotten we alsnog de eerste olifanten. We mogen ook getuige zijn van de 'klopjacht' op een paar buffels om hen te verkopen aan een ander park. De rangers en helicopter stonden in volle paraatheid om de dieren op te jagen en te verdoven. Een hele belevenis.